GEEN MEDISCHE REMEDIE VOOR FOBIE-LIJDERS
Aan Redactie van NRC Dagblad
GEEN MEDISCHE REMEDIE VOOR FOBIE-LIJDERS
By
the Eritrean Media Group in Holland
Graag wil ik reageren op een artikel van Mw.
Hanneke Chin-A-Fo welke onlangs verscheen in het NRC-HANDELSBLAD. Graag maak ik
van de gelegenheid gebruik dat de schrijver van het artikel aangeeft dat zij exact weet wat er gaande is in
Eritrea terwijl zij er nog nooit is geweest in tegenstelling tot mezelf. Ik
bezoek en verblijf jaarlijks in Eritrea, minimaal een maand per jaar. Bij
voorbaat wil ik aanduiden dat de geavanceerde technologie onze wereld heeft
veranderd in een klein dorp waar er ten alle tijden toegang is tot informatie,
mede door de monopolie positie van verschillende media instellingen. Hierbij
mijn op- en aanmerkingen over het bewuste artikel en de zienswijze van de
auteur van het artikel.
Ondanks het feit dat er absolute vrijheid van
meningsuiting is in Nederland en de journalistiek hier gebruik van kan maken,
merk ik dat journalisten geen gebruik maken van deze vrijheid! Vooral de wijze
waarop de feiten worden gepresenteerd door ‘een expert’ die noch de mensen als
de bevolking kent. Vandaag de dag is de Nederlandse media veelvuldig informatie
en feiten aan het verspreiden die gebaseerd is de informatievoorziening van
ontevreden Eritreërs die uit vrije wil ‘tegen’ de Eritrese overheid en/of
burgers zijn. Volgens de Nederlandse statistieken zijn er ongeveer 14.000 Eritreërs
in Nederland. Een bevolking van dergelijke omvang zal natuurlijk niet dezelfde
identieke politieke opvattingen hebben en het is niet verwonderlijk dat er
onder de Nederlanders van Eritrese oorsprong op verschillenden wijzen zullen
reageren op politieke vraagstukken en kwesties.
In mijn opinie dienen Nederlandse journalisten te
beseffen dat feiten omtrent Eritrea zoals ze nu worden gecommuniceerd in de
media gebaseerd zijn op informatievoorziening van wanhopige individuen die hun
trots en geschiedenis verloochenen voor egoïstische belangen en agenda’s.
Inzake de Nederlandse media is mijn mening dat zij onderdeel zijn geworden van
een wereldwijde lastercampagne tegen Eritrea.
Een voorbeeld hiervan is de wijze waarop de
Nederlandse media zijn omgegaan met een vermeend (absoluut niet bewezen)
schandaal van de orthodoxe kerk in Rotterdam. Dit werd enorm breed uitgemeten
en elke voorpagina van de gerenommeerde media partijen pakte hier mee uit. Alle
(onschuldige) Eritreërs over de hele wereld raakte in shock. Als de media
kolossaal hierover bericht zal er wel sprake zijn van bewezen feiten, was de
algehele gedachtegoed. Nu, enkele weken later blijkt er totaal niets van waar
te zijn. Sterker, Metro Nederland die de bron was van de berichtgeving, heeft
zijn verontschuldigen gemaakt aan de Eritrese orthodoxe kerk en de eigen
berichtgeving gerectificeerd. De beschuldigen zijn totaal ongegrond, er is geen
fundering voor de gedane uitspraken en er is al helemaal geen sprake van
strafbare feiten die zijn gepleegd.
Het rectificeren en verontschuldigen van Metro Nederland zal niet genoeg zijn, ik heb dan ook de vurige hoop dat de kerkleiders / woordvoerders verder zullen procederen en een schadevergoeding eisen voor de geleden schade.
Het rectificeren en verontschuldigen van Metro Nederland zal niet genoeg zijn, ik heb dan ook de vurige hoop dat de kerkleiders / woordvoerders verder zullen procederen en een schadevergoeding eisen voor de geleden schade.
Een NRC-artikel van 11 februari 2016 met als
titel "Bij ons in Eritrea is alles oké. Was getekend: elke Eritreer" betrof
citaten van de ambassadeur van Eritrea. Zijn antwoorden op vragen worden op een
wijze gepresenteerd die het belang van de auteur dient. Het betekent echter
niet dat de auteur niet bevooroordeeld was om de volgende redenen:
1) de schrijver weet niet of negeert bewust het
Eritrese koloniale verleden en de geschiedenis waardoor Eritreërs reeds
tientallen jaren vluchten naar alle uithoeken van deze wereld. Ze waren
staatloos en kunnen sinds 1991 het geboorteland bezoeken als Eritreer door de
onafhankelijkheid van Eritrea. Ze verloren broers, zusters, nauwe verwanten en
vrienden in de oorlog voor onafhankelijkheid. Om deze en andere redenen waren
de Eritreërs in diaspora georganiseerd in gemeenschappen en hebben zij/wij een prijzenswaardige
bijdrage geleverd aan de bevrijding van het moederland. Vandaag de dag bestaat
die hechte onderlinge verbondenheid nog steeds als gevolg van het verleden, de
gewoonte en gebruiken. Eritrese groeperingen zijn niet allemaal politiek
georiënteerd, er worden niet politieke activiteiten georganiseerd zoals
culturele feesten, seminars, sociale bijeenkomsten... enz. De Nederlandse Eritreërs
zijn in dit geval niet anders dan overige etnische groeperingen in Nederland.
De onderlinge verbondenheid in de gemeenschap en organisaties zijn sterk. Het
is verder onnodig te zeggen dat deze organisaties zijn geregistreerd onder de
Nederlandse wet en zodoende dus ook absoluut bekend bij de Nederlandse overheid.
Leden van dergelijke gemeenschappen zijn rustig, gezagsgetrouwe Nederlanders
die hun loyaliteit en fatsoen reeds jarenlang hebben bewezen.
2) De onderzoekscommissie van de rechten van de mens in Eritrea (COI) heeft alle Eritreërs openlijk uitgenodigd bewijzen te sturen van schendingen van de mensenrechten in Eritrea in de periode van 9 November 2015 tot en met 15 januari 2016. Hierdoor is het vanzelfsprekend dat veel van de Nederlandse Eritreërs hierop hebben gereageerd in de eerste dagen na deze oproep tot en met de deadline 15 januari 2016. Jammer genoeg probeert de auteur van het artikel een eendaagse activiteit in Rotterdam op 2 januari 2016 te bestempelen als een seminar die er alleen op gericht was een tegengeluid te bieden op berichtgevingen van het COI. Dit terwijl deze seminar een periodiek terugkerend fenomeen is om Nederlandse Eritreërs te informeren over de huidige politieke, economische en sociale ontwikkelingen in het moederland. Inderdaad, de Nederlandse Eritreërs maakten ook gebruik van deze gelegenheid om het proces van het verzenden van berichten naar de COI te bevorderen. Hier is niets schuldigs aan en het is een recht zoals iedereen die heeft. De positionering en uitleg van de auteur inzake deze bijeenkomst is echter kolder en ongefundeerd.
3) in het artikel van mevrouw Chin-A-Fo heeft de naamloze en anonieme bron waarschijnlijk gereageerd op dezelfde oproep van het COI op een manier die voor haar gevoel klopt. Het is een ieder vrij om gebruik te maken van zijn fundamentele, democratische rechten, zo ook deze anonieme bron. Een ieder is vrij om hier zijn eigen interpretatie aan te geven zoals voor ieder individu geldt in Nederland. De eenzijdige belichting van de auteur geeft aan dat er geen ruimte en mogelijkheid tot inspraak is geweest van andersdenkenden. Een weergave van één van de bezoekers van het seminar zou getuigen van onpartijdige journalistiek, iets waar in dit artikel geen sprake van blijkt te zijn.
4) Dezelfde naamloze en anonieme bron oordeelt
dat Nederlandse Eritreërs die een bezoek brengen aan de Eritrese Ambassade
verslag doen over hun mede Eritreërs. Conform de Conventie van Genève
zijn ambassades soevereine vertegenwoordigers
van hun volkeren in de landen waarin zij gevestigd zijn. Ambassades behartigen
onder andere de zaken van hun onderdanen en bieden verschillende typen diensten.
Individuen zoals de anonieme bron maar ook anderen bezoeken vrijwel nooit de
ambassade vanwege de eigen politieke denkwijzen. Dankzij de rol van de (sociale)
media zijn individuen die een andere denkwijze hebben al lang en breed bekend
bij het publiek. Het is hierdoor niet geloofwaardig dat Nederlandse Eritreërs
rapporten over elkaar uitbrengen. Om deze reden is het niet verwonderlijk dat
de anonieme bron te kennen geeft dat ze weet wie, wie is. De meeste Eritreërs
kennen elkaar al tientallen jaren. Simpele logica, we leven lang genoeg met en
naast elkaar om elkander te kennen.
5) Ik begrijp niet waarom de naamloze, anonieme
bron is geterroriseerd terwijl zij leeft in het meest democratische, perfect
beveiligde en vreedzame Nederland. Heeft de bron zelf wellicht iets gedaan wat
haar psychologisch achtervolgt en kwelt of is het een fobie waarbij ze bang is
voor haar eigen schaduw? Indien dit het geval is zal ze zelf moeten dealen met
haar intrinsieke gevoel ten aanzien van hetgeen de anonieme bron dwars zit. In
Nederland is er geen enkel bewijs of aanleiding met betrekking tot provocatie
en intimidatie door Nederlandse Eritreërs richting de eigen landgenoten.
6) het laatste punt van het genoemde artikel
verwijst naar de 2% die Eritreërs afstaan in het kader van de wederopbouw van
Eritrea. Dit wordt afgedragen aan de Ambassade van de staat van Eritrea.
De schrijver geeft toe dat er aan de
Nederlandse juridische rechtsregels wordt voldaan aan de hand van een citaat
van H.E. Mr Asscher, Minister van Sociale Zaken van de regering van Nederland:
"zolang het vrijwillig is en er geen sprake is van dwang, is het toegestaan".
Ze bagatelliseert deze verklaring door af te sluiten dat dit onderwerp, " spoedig
zal worden besproken in de Tweede Kamer". Dit is blijkbaar geheime
informatie waar alleen de auteur over beschikt.
Ik wil echter met trots vermelden dat ik behoor
tot de vrijwillige 2% belasting betalers en ik ben volledig bewust dat dit geld
rechtstreeks gaat naar de nabestaanden (kinderen, familie) van martelaren, ontwikkeling van
infrastructuren die werden vernietigd ten tijde van de oorlog, de wederopbouw
van het land van herkomst. Mijn bijdrage geeft mij morele genoegdoening en op
deze wijze heb ik mijn aandeel in de wederopbouw. De naamloze en anonieme bron waar
steeds aan wordt gerefereerd in het artikel is niet verplicht 2% te betalen
zoals geldt voor enkel individu. Het enige verschil tussen degenen die betalen
en degenen die dat niet doen is dat betalers wel services en diensten van de ambassade kunnen ontvangen
en niet betalers niet van deze services en diensten gebruik kunnen maken. Rechten
ontstaan nadat aan de plichten is voldaan en niet visa - versa.
Mijn ervaringen zodra de media in Nederland over
Eritrea spreekt, de Eritrese bevolking en de Eritrese regering is tot op heden
misleidend, onevenwichtig en niet onderzocht. De berichtgeving tot op heden is
gebaseerd op informatie van enkele individuen die eigen belangen hebben en in
mijn optiek leven in een droomwereld, ver verwijderd van de realiteit. Het doel
van deze individuen is het pogen te blokkeren dat de EU een partnership aangaat
met Eritrea met betrekking tot ontwikkelingshulp. Deze individuen zien het
liefst een verzwaring van de reeds oneerlijke en onrechtmatige sancties tegen
het land Eritrea. Ze zijn vastberaden in het creëren van een kloof tussen
Eritreërs onderling, het liefst zien ze totaal geen interactie tussen de
Nederlands Eritrese burgers en de Eritrese overheid.
Sterker, ze zien Eritrea het liefst helemaal
geïsoleerd worden terwijl al jaren wordt bewezen dat dit volkomen zinloos is.
Te meer omdat Eritrea een enorm belangrijke pion is in het handhaven van de
vrede en stabiliteit in de Hoorn van Afrika. Mevrouw Hanneke Chin-A-Fo, graag
verzoek ik u om de andere kant van de medaille ook in te zien voor een
evenwichtig beeld over de situatie.
N.B. De intentie van deze brief is om u positief
te enthousiasmeren meer te weten te komen over Eritrea, de Eritreërs en de Eritrese
regering. Op 24 mei 2016 viert Eritrea haar 25ste Onafhankelijkheidsdag.
Duizenden Eritreërs zullen deze historische dag vieren in Eritrea. De slogan
van Eritrea is dan ook "Come and See", dit geldt voor u en alle
lezers van dit bericht. In Nederland zal er ook een feest worden gegeven
waarbij iedereen van harte welkom!
Indien er sprake is van gelijkheid zou het u
sieren als deze brief op dezelfde wijze aandacht en ruimte krijgt in het NRC
Handelsblad ten behoeve van alle lezers.
Hoogachtend, 26
februari 2016
Eritrese Gemeenschap in Nederland
Comments
Post a Comment